pagina_banner

Diepgaande uitleg van de lasstroomcurve in puntlasmachines met middenfrequentie-omvormer

De lasstroomcurve speelt een cruciale rol in het lasproces van puntlasmachines met middenfrequentie-inverter. Het vertegenwoordigt de variatie van de lasstroom in de loop van de tijd en heeft een aanzienlijke invloed op de kwaliteit en kenmerken van de resulterende las. Dit artikel geeft een gedetailleerde uitleg van de lasstroomcurve in puntlasmachines met middenfrequentie-omvormer.

IF inverter-puntlasapparaat

  1. Stroomopgang: De lasstroomcurve begint met een oploopfase, waarbij de lasstroom geleidelijk toeneemt van nul naar een vooraf bepaalde waarde. Deze fase maakt het tot stand brengen van een stabiel elektrisch contact tussen de elektroden en de werkstukken mogelijk. De aanloopduur en -snelheid kunnen worden aangepast op basis van het materiaal, de dikte en de gewenste lasparameters. Een gecontroleerde en soepele stroomtoename helpt bij het minimaliseren van spatten en het bereiken van een consistente vorming van lasklompjes.
  2. Lasstroompuls: Na het stijgen van de stroom komt de lasstroom in de pulsfase. Tijdens deze fase wordt gedurende een bepaalde tijd een constante stroom aangelegd, de zogenaamde lastijd. De lasstroompuls genereert warmte op de contactpunten, waardoor plaatselijk smelten en vervolgens stollen ontstaat, waardoor een lasklompje ontstaat. De duur van de lasstroompuls wordt bepaald door factoren zoals materiaalsoort, dikte en gewenste laskwaliteit. Een goede controle van de pulsduur zorgt voor voldoende warmte-inbreng en voorkomt oververhitting of onderverhitting van de werkstukken.
  3. Stroomverval: Na de lasstroompuls neemt de stroom geleidelijk af of neemt weer af naar nul. Deze fase is belangrijk voor het gecontroleerd stollen en afkoelen van de lasklomp. De snelheid van het stroomverval kan worden aangepast om de afkoelsnelheid te optimaliseren en overmatige warmte-inbreng naar de omliggende gebieden te voorkomen, waardoor vervorming wordt geminimaliseerd en de eigenschappen van het materiaal behouden blijven.
  4. Post-pulsstroom: Bij sommige lastoepassingen wordt een post-pulsstroom toegepast na de lasstroompuls en vóór het volledig wegsterven van de stroom. De post-pulsstroom helpt bij het verfijnen van de lasklomp en het verbeteren van de mechanische eigenschappen ervan door diffusie in vaste toestand en korrelverfijning te bevorderen. De duur en grootte van de napulsstroom kan worden aangepast op basis van de specifieke lasvereisten.

Het begrijpen van de lasstroomcurve in puntlasmachines met middenfrequentie-omvormer is essentieel voor het bereiken van hoogwaardige en betrouwbare lassen. De gecontroleerde aanloop, lasstroompuls, stroomverval en mogelijk gebruik van napulsstroom dragen bij aan het algehele lasproces en zorgen voor een goede warmte-inbreng, stolling en koeling. Door de lasstroomcurve te optimaliseren op basis van het materiaal, de dikte en de gewenste laseigenschappen kunnen fabrikanten consistente en bevredigende resultaten bereiken bij hun puntlastoepassingen.


Posttijd: 24 mei 2023